Van nu tot aan de planningshorizon van een entiteit wordt in de simulatie run voor elk jaar de kans berekend op (mate van) behoud van koopkracht, rood komen te staan of komen te overlijden.
De referentiewaarde van de koopkracht is gedefinieerd als het quotiënt van vermogen en uitgaven van het huidige jaar.
Bij een stijgende quotiënt neemt de koopkracht toe, want verhoudingsgewijs is het jaarlijkse vermogen sterker toegenomen dan de jaarlijkse uitgaven. Visa versa bij een dalende quotiënt.
Als men ouder wordt, dan zullen de uitgaven mogelijk gaan afnemen. Volgens de gehanteerde definitie is dat positief voor de koopkracht, je hebt immers meer te besteden, ook al zijn de prijzen voor producten en diensten, die je dan kennelijk minder afneemt, sterk(er) gestegen.
Middels kleuren is aangegeven in welke range de mate van koopkrachtbehoud zit. De geel/oranje kleuren geven de kans weer op een koopkrachtafname t.o.v. de huidige situatie (de quotient is x maal kleiner dan de referentiewaarde) en de groene kleuren de kans op een toename (de quotient is x maal groter dan de referentiewaarde).
De kans op sterfte plaatst e.e.a. in een wat meer realistisch perspectief, want hoe belangrijk is die koopkracht nog aan het einde van je planningshorizon? 'Die with zero' kan ook een strategie zijn om je financiële toekomst te plannen.
NB. deze variant is geïnspireerd door een grafiek op de site van engaging data